Artikel van begin september uit Melkvee.nl:
De langverwachte regen is gekomen. Dit geeft de mogelijkheid om nog een of misschien twee sneden gras te oogsten. Melkveehouder Kees Verhoef heeft deze snede hard nodig voor de melkkoeien. Verhoef vraagt zich af wat hij het beste kan doen om gras van goede kwaliteit te oogsten. Een mooie vraag voor de rubriek ‘Topvoercoach’. Productmanager Tom Niehof van Barenbrug en rundveeadviseur Paulus Strikwerda van Hoogland bezochten de veehouder.
Kees Verhoef boert samen met zijn vader Jan en oom in Burum (FR). Ze melken ongeveer 100 koeien op 87 hectare kleigrond. Daarvan wordt een deel akkerbouwmatig tarwe geteeld. Het bedrijf heeft geen derogatie. Uiteindelijk moet al het ruwvoer van de 52 hectare grasland komen. In een ‘normaal’ jaar hebben ze voldoende ruwvoer. Met de huidige droogte wordt het erg krap. Het najaarsgras is daarom meer dan welkom.
Van twee sneden naar één mooie snede
Verhoef maaide half augustus de graspercelen schoon, met de hoop op regen, zodat hij daarna nog twee mooie sneden kon oogsten. De regen bleef echter langer uit dan gehoopt. Twee mooie sneden zitten er daarom volgens de veehouder niet meer in. „Eind oktober hoef je hier op de zware klei echt het land niet meer op. Ik ben al blij als we nog één mooie snede kwaliteitsgras onder het plastic kunnen krijgen.” Volgens Strikwerda moet dat goed kunnen. „In oktober heb je vrijwel altijd wel een week mooi weer.”
Melkveehouder Kees Verhoef (links) in gesprek met Paulus Strikwerda (midden) en Ton Niehof.
Schoon gras
Het gras dat er in de drie weken na inkuilen is gegroeid, valt tegen. Er lijkt roest op te zitten. Maar volgens Niehof valt de roest hier wel mee en is het vooral stress waardoor het gras ietwat bruin kleurt. „Dat gras moet er eigenlijk zo snel mogelijk af”, vinden Niehof en Strikwerda. Ze adviseren om het gras na het weekend weg te maaien en in balen te doen, voor de pinken. „Zo begin je met schoon gras. Daarmee is de basis voor een kwalitatief mooie snede gelegd”, stelt Strikwerda. „Nu maaien staat volledig in dienst van een perfecte najaarssnede.” Niehof voegt er nog aan toe om de laatste snede niet korter te maaien. „Sommigen doen dat zodat het korter de winter in gaat. Maar je maait al snel verontreiniging mee en dat is heel nadelig voor het inkuilproces.” Verhoef zelf ziet het nut van kort afmaaien ook niet.
Veldperiode kort en specifiek inkuilmiddel
Vorig jaar wist de veehouder in het najaar ook nog een mooie snede in te kuilen. Ondanks dat het gras slechts 28 procent droge stof bevatte, hebben ze daar afgelopen zomer best van gemolken. „We hebben hem naast de taaie eerste en tweede snede van 2021 gevoerd. Het ingekuilde najaarsgras rook heel lekker en de koeien vraten het graag. Het kwam groen in de kuil, maar het kwam er ook frisgroen weer uit.” Strikwerda knikt. „Dat had twee oorzaken: een korte veldperiode en het toevoegmiddel. Dat adviseer ik nu weer. Hou de veldperiode kort. Binnen een dag moet het gras weg zijn. In oktober moet je niet wachten tot het gras wat droger is, want dan wordt het muf. Schudden heeft geen zin. Daarmee haal je alleen maar verontreiniging in het gras en geeft verliezen.”
Het toevoegmiddel dat Verhoef voor de najaarsnede gebruikt, is Bonsilage Forte, een middel puur op basis van homofermentatieve melkzuurbacteriën. Dit middel kan niet alleen direct suiker, maar ook celgebonden ‘suikers’ gebruiken om melkzuur van te maken. Vooral bij najaarskuilen past dit middel daarom goed. Niehof legt uit dat door de effectiviteit en snelheid van het middel de conservering sneller verloopt en daardoor minder eiwit verloren gaat door rotting. „Dit is de rotting die in najaarskuilen nog wel eens zorgt voor de mindere geur. Dat voorkom je op deze manier.”
Zwavel
Verhoef heeft voor deze snede nog 50 kilo KAS gestrooid. Dit op advies van Strikwerda. „Zo is er snel stikstof beschikbaar zodat het gras snel aan de gang kan en het gras groen en fris blijft”, licht de voeradviseur toe.
Vader Verhoef vraagt hoe de bemesting voor volgend voorjaar eruit moet zien. „Moeten we de kunstmestgift nog splitsen voor meer eiwit in het gras?” Strikwerda ziet het nut er niet zo van in omdat ze al een wat trager werkende ureummeststof (Powerbasic) gebruiken. „Die moet je er vroeg genoeg op brengen. Een goede ureummeststof geeft al een betere eiwitkwaliteit.”
Ook Niehof denkt dat de kunstmestgift splitsen verhoudingsgewijs weinig bijdraagt, zeker niet aan de opbrengst. „Water toevoegen aan de drijfmest na de eerste snede en genoeg zwavel in het voorjaar doen meer.” Kees Verhoef geeft aan dat de zwavel in de voorjaarskuil inderdaad wat aan de lage kant lag. „We gaan nu zeker zwavel bemesten voor de eerste snede.”
Roest
De grasmat ziet er ondanks de droogte niet heel slecht uit. „Ik kom ze in het land wel anders tegen”, zegt Niehof. Wel blijkt dat de percelen met meer diploïde grassen bruiner zijn door roestvorming. Niehof knikt: „Diploïde grassen zijn over het algemeen gevoeliger voor roest. De opbrengst is over het algemeen wat lager. Maar op het oog lijkt het opbrengstverschil met tetra’s groter dan in werkelijkheid. Diplo’s hebben een dichtere zode.”
Ondanks de droogte is het gras op de zware kleigrond van Verhoef niet helemaal verdroogd. Door de regen van donderdag kleurt het gras al wat bij.
Klaver
Verhoef en zijn vader vertellen dat ze goede ervaringen hebben met klaver. „Die percelen staan er nog het groenst bij.” Niehof zegt dat er momenteel veel vraag is naar klaver. „Bij bijna elke bestelling zit er klaver bij.” Bij Verhoef heeft de klaver wel flink de overhand gekregen. Ze vragen zich af of klaverpercelen bemest moeten worden. „Onze ervaring is dat als je ze niet bemest, het tegenvalt.” De specialist van Barenbrug kan dat beamen. „De theorie dat klaver ook het gras bemest, gaat in de praktijk niet helemaal op. Klaver kan zichzelf wel goed voeden. Voor een evenwichtige balans van gras en klaver blijft een kunstmestgift in het voorjaar nodig, al kan de hoeveelheid wel wat lager.”
Op de vraag of doorzaaien van klaver een mogelijkheid is, stelt Niehof dat dat in de praktijk nog wel tegenvalt. „Er zijn plaatsen waar het redelijk slaagt. Het is te proberen.” Het gesprek gaat verder nog over de keuze van rode of witte klaver. De specialist is groot voorstander van witte klaver, en dan de grootbladige typen. „Die doen het wat voederwaarde betreft beter dan rode klaver. Ook zijn ze persistenter. Dit kan ook prima op maaipercelen. Dit doen ze in Denemarken ook veel en daar wordt ook minimaal geweid.”
Ruwbeemd
Verhoef senior wijst op bruine plekken in een van de percelen. Hij denkt eerst aan emelten. Niehof laat echter weten dat het om ruwbeemdgras gaat. „Dat gras wortelt slecht en het is door de zon doodgebrand. Dit moet je er eigenlijk uit trekken.” Verhoef denkt eraan om het perceel volgend jaar te scheuren en graan in te zaaien. „Ik ben een groot voorstander van blijvend grasland. Maar het houdt een keer op.”
Tekst: Sjouke Jacobsen
Beeld: Sjouke Jacobsen en Tom Niehof